Antoon Smolders tekent de Westerwijkse kapel in 1906
In november 1427 werd voor het eerst die Capel Ecker in Westerwijck genoemd, waaraan de veel oudere Lambertuskapel en de huidige St. Jozefkapel ten grondslag lag. In 1549 kregen de bewoners van de Grote Westerwijk toestemming om seker oude Capelle te mogen van nyeuwe doen erigeren. De ‘vernieuwde’ kapel, ook wel stocxken geheten, was twaalf ellen lang en acht ellen breed (ruim 8 meter lang en 5½ meter breed). De priester Goyaert Veravoirt had in 1545 in zijn testament al tien carolusgulden laten opnemen totter structueren ende reparatiën van de Westerwijkse kapel. In die Lambertuskapel, met eigen koster, zijn tot omstreeks 1650 diensten gehouden. Toch werd er tijdens de inspectie van 1658 anders gesproken over het kapelletje: Staet in de ackers een cleijn cappelleken, ’t welck seer vervallen is, en noijt daer eenigen dienst can doen. Hebbende eenige omstaende boomen, 23 à 24 in ’t getal, die oordeele tselve wel vercocht mach worden. In 1662 kregen de naburen van de Grote Westerwijk wederom toestemming om de vervallen kapel op te bouwen. De rentmeester mocht de bestaande bomen echter niet omhakken!
Het kapelletje staat al eeuwenlang op het hoogste punt van een enorm groot akkercomplex, dat nog steeds de Schijf wordt genoemd. De grens tussen Grote en Kleine Westerwijk loopt juist ten oosten van de kapel, dwars over die Schijf. ‘Schijf’ of ‘Scive’ was een oude aanduiding voor de dingbank of dingvergadering. De mogelijke betekenis is derhalve: plaats waar de gemeenschapsvergaderingen werden gehouden. Het woord ging later over op het omringende gebied zelf. Vaak werd hierbij een bedbuer of bedehuisje gebouwd. De letterlijke betekenis daarvan is ‘gebedsschuur’. Frappant is dat in het nabijgelegen Tilburg in de vijftiende eeuw ook een ‘bedbuer in de Schijf’ gelegen was. Dit kapelletje was de voorloper van de huidige Heikese kerk, de oudste kerk van Tilburg. Opvallend is ook dat bij dat Tilburgse bedehuisje op de Schijf een ’tiendpaal’ stond. Ook bij de Lambertuskapel in de Grote Westerwijk stond zeker tot 1790 een tiendschuur.
In een doos vol met blauwdrukken en schetsen vond ik enige tijd geleden vier interessante tekeningen van de architect en bouwmeester Antoon Smolders. A. J. Smolders werd in 1863 in Hilvarenbeek geboren en aan de Vrijthof in de voormalige Grote Maan had hij zijn kantoor en werkplaats. Smolders maakte in 1906 voor pastoor Jurgens vier technische tekeningen: grondplan, noordelijke zijgevel, doorsnede kapspant met altaar en de voorgevel. Deze westgevel uit die tijd werd trouwens in 1935 door deken Van der Kamp compleet vervangen door het huidige front. Hein Jurgens onderhoudt sinds 1972 de kapel, maar de Norbertusparochie blijft de eigenaar. De grote kandelaar kwam uit de Esbeekse kerk en de Biest leverde de drie bankjes. Is het prachtige Westerwijkse gebedshuisje dan toch op een degelijker historisch fundament gebouwd dan de recente kerkjes van … Haghorst, Biest en Esbeek?