Beekse ‘burgemeester’ vlucht in 1694 naar Poppel

De 'Beekse burgemeester' moest in 1694 noodgedwongen naar Poppel uitwijken

Op 9 juni 1689 legde de Beekse schoenmaker Peter Bruers de eed af bij zijn installatie tot president van de schepenbank (nu burgemeester). Zijn voorganger was de zeer welgestelde Thielman Lemnius die de laatste dagen van zijn leven doorbracht in het huis Sint Joris op de hoek van de Gelderstraat en de Spulsestraat (nu Papenstraat). Deze twee Beekse ‘regeerders’ maakten in 1689 slaande ruzie over de noodzaak van belastingverhoging. Ruziemaken deed president Bruers wel vaker en soms erg heftig. Ook met Peter van Trier kreeg Bruers onenigheid over het innen van de belasting. Mr. Van Trier was behalve schepen ook proviseur van een armenfonds en hij woonde in het pand de Hasewind waar Dr. P. C. de Brouwer in de jaren ’50 aan de Hoge Zij nieuwbouw pleegde.

Op 17 mei 1690 liepen de gemoederen hoog op in de herberg van Johan Sweens, de huidige Roos. De schepen Van Trier sprak dreigend de ‘burgemeester’ Bruers aan: “Gij bent geen man van woord”. Bruers stak vervolgens dreigend zijn vuist op, waarop de schepen demonstratief zijn hand in zijn zak stak. Toen griste de voorzitter van de schepenbank een zware koperen brandende kandelaar van tafel en smeet die met groote hevicheijt ende boosheijt op de slincker syde van synen hoofde. Twee weken later bezweek mr. Van Trier aan zijn zware vleeswond en schedelbreuk. De president Bruers kwam met de schrik vrij: doordat het tijdens de smijtpartij pikdonker geworden was waren er geen betrouwbare getuigenissen!
In het voorjaar van 1690 was onze president ook al verwikkeld geraakt in een zeer lastige moord op een Hollandse soldaat. Deze had met zijn kornuiten over de grens zes paarden gestolen en gestald bij Cornelis van Hese in de Gouden Leeuw aan de Markt. Achter op de plaats werd op 30 maart 1690 de ‘knecht van de Cornet’ doodgeschoten. Hoewel de sympathie van de Bekenaren bij de Spaans-Brabantse buren lag, moest de president toch de stormklok luiden. Uit angst voor represailles zette hij zelf de achtervolging in jagende met synen peert voort wat het lopen konde sodanigh dat het schuym van sweede op syn lijf stonde. Maar hij bleef overeind.

De katholieke president Bruers kwam definitief ten val toen hij partij koos voor de predikant Benjamin Tilius. Deze dominee woonde in de Decanije en moest steeds via een zeer drassig karspoor naar de kerk, dat door de weduwe van Lambert Moonen werd beboerd. In de katholieke tijd was het pad echter altijd goed onderhouden en prima begaanbaar voor de Beekse deken. Wellicht werd het voetpad nadien bewust verwaarloosd. Maria Moonen won echter middels een slepend proces het ‘slijk-geschil’ en liet beslag leggen op de goederen van Bruers en de voorzitter van de Beekse schepenbank moest noodgedwongen de wijk naar Poppel nemen! Maar werden enige tijd geleden niet opnieuw enkele Beekse regeerders op weg naar Poppel … door het slijk gehaald?

Vergelijkbare berichten