Bende op Roovert in 1713 gearresteerd en in Beek geradbraakt
Franchien Abrahams en Jan Claes Leenderts hadden elkaar ontmoet in Poppel ’s maandags naer Palmen sondaghs. Ze huwden en beloofden elkaar op het roverspad te gaan. Nadat ze nog een 12 jarige zwerver uit Antwerpen ontmoet hadden, deze Peter van de Broek had al veel kruimeldiefstallen op zijn geweten, zetten ze hun eerste kraak in Udenhout. Via Esbeek kwamen ze in september 1713 al schoijend in Lage Mierde terecht alwaar ze het Kerckenhuys (de Mierdse schuurkerk) gingen beroven. De eerste keer mislukte het omdat de buren wakker werden. De nacht daarna bedachten ze het volgende ‘veilige scenario’: dat bij so verre sy wierden geapprehendeert, voor te geven, dat ze gedwongen waeren om mede te gaen kelder te bestelen. Kleine Peter van de Broek moest natuurlijk door het keldergat kruipen. Terwijl Jan Claes Leenderts met gespannen pistool bij de Mierdse kerk de wacht hield, verzamelde de jongen de buit: een halff boter met een kant mick.
Daar ze gestommel hoorden verdwenen ze snel richting Esbeek. Toen ze tussen Tulder en Roovert waren, werden ze door de Groene Roede van Brussel (veldpolitie) overrompeld. Ze werden alle drie in de Beekse gevangenis opgesloten. In die tijd was die ondergebracht op een zolderkamer in de toren, boven het waaggebouw. De verhoring vond plaats in het raadhuis aan de noordkant van de kerk. Tijdens die hardhandige verhoren, scherper examen genoemd, kwam aan het licht dat ze nog veel meer diefstallen hadden gepleegd. En diefstal was in die tijd ongeveer het ergste wat iemand kon uithalen. Op 23 september 1713 mocht timmerman Hendrik Leemans het schavot oprichten op het Marktveld, recht tegenover de Swaen.
De terechtstelling werd bijgewoond door honderden toeschouwers. Uit alle Beeke gehuchten werden samen 96 mannen opgetrommeld om als ‘schutters’ de wacht te houden en de orde te bewaren. Na afloop kregen de ordebewakers dan ook twee tonnen bier en de ‘hoge heren’ werd een maaltijd aangeboden in herberg de Swaen.
De nog jeugdige Peter van de Broek werd slechts levend geradbraakt. Jan Claes Leenderts alias Hoolen werd als hoofdschuldige aangemerkt. Hij werd dan ook opgehangen en zijn lichaam werd op de Galgenberg, gelegen aan de Oude Bossche Baan tussen de Heimolen en Roovert, op een rad als afschrikwekkend voorbeeld tentoongesteld. Franchien bleek zwanger te zijn en daarom werd zij alleen gegeseld en gebrandmerkt. Nadat zij was bevallen werd besloten om haar in Breda in het tuchthuys of spinhuys op te nemen. De knecht van Jan Hessels bracht haar op een vroege vrijdagmorgen in 1714 met de kar naar Breda. Twee schepenen reden mee om er op toe te zien dat ’t gemelte vrouwspersoon in het spinhuys overgenomen wiert.
En de kleine pas geboren onmondige Abrahams? Die bleef helemaal onschuldig alleen achter en werd alhier onder de linde publiek aanbesteed! Later zijn er in Beek … nog veel ‘Brammen’ bijgekomen!