Bierbrouwerijen in de Beekse gehuchten in 1690

In de zeventiende en achttiende eeuw stonden er in Hilvarenbeek veel brouwerijen. Meester Broeders schreef in 1838 dat van de 33 bierbrouwerijen, welke hier eenmaal bestonden er nog slechts één aanwezig was. Rondom de huidige Vrijthof werd gebrouwen in de Sonne, Rad van Avonturen, Gouden Leeuw, Gouden Kruis en Den Bosch. Daar bevindt zich nu de Roos, de nu nog enige brouwerij in Hilvarenbeek. Ook in de zijstraten trof men brouwerijen aan.
Zo erfden in 1653 de kinderen Van de Kieboom het huis de Wijngaert, met daaraan getimmerd koestal, paardenstal en brouwerij. Die brouwerij grensde aan de Haspel aan een akkerweg aan de noordzijde en aan de westkant aan de Voortse Padt oft Kerckwech. De Wijngaert grensde in het zuiden aan de Paardenstraat. Peter Wouters Verrijt was in 1646 een rijke bierbrouwer in de Oijvaersnest int begin vande Koeijstraete. In 1694 verloor metselaar en timmerman Laureijs van Roij alias Beijltkens ofwel Freijs de Jonge herberg het Clooster met bierbrouwerij (nu het Podium) in de huidige Korte Gelderstraat tijdens de grote dorpsbrand.
In de Beerten en in de Voort werd, net als op Groenendaal, bij de watermolen op Roovert, bij de Heimolen en op de Esbeekse Tulderhoeve, bier gebrouwen. In Baarschot verhuisde de familie Beersmans vanaf de brouwerij op het Uyleinde midden zeventiende eeuw naar de huidige Baarschotsestraat en de brouwerij werd daar Teechoven genoemd. Haar opvolger uit 1717, nu ‘De Oude Brouwerij’ genoemd en in de jaren ’50 geheel ontmanteld, staat er nog. In Diessen telde men in 1696 verder nog vijf brouwerijen, waaronder twee op den Heuvel; die van Otten en Cools (de latere boerderij/herberg Van Helvoirt) stonden tegenover elkaar. De brouwerij binnen de grachten van het Hooghuis werd voor het eerst vermeld op 4 december 1610 en werd brouwhuysken met twee brouwketels genoemd, terwijl er reeds in 1475 sprake was van den Hophof. Johan Moonen nam van zijn schoonvader Sweens het Pannenhuys over. Deze brouwer, tapper en boterkramer is de meest agressieve inwoner die Beek en Diessen ooit gekend hebben. In 1719 werd hij zo zwaar toegetakeld in een herberg op de Biest dat hij aldaar zijn testament liet opmaken.
Op de Hoge Haghorst stond Cornelis Sebrechts verder genoteerd als huysbrouwer en Laureys Cools was coopbrouwer op de Lage Haghorst. Dan stond er nog in Riel tegenover de kerk bij herberg de Swaen een brouwerij van Jan Merten Jan Stalpaerts en was aan de boerderij/herberg van Wilbort Liebrecht in Westelbeers aan de Spreeuweldervoirt ook een brouwerijtje gekoppeld: hij was naast bakker, winkelier, herbergier ook nog koopbrouwer neffens de gemeyne stroom oostwaert. De oudste vermelding van een brouwerij op de Biest dateert uit 1533. Tenslotte was er ook in de Kleine Westerwijk minstens vanaf het begin van de zeventiende eeuw een brouwer actief. Meer kan ik er in de oude Heerlijkheid Beek … echt niet van brouwen!