Brute roofmoord door Vlaamse bende in 1758 op Dun

Jan van de Sande woonde in 1758 in een herberg in de bocht op de Dunsedijk

De koelbloedige moord op Jan van de Sande, woonachtig in een Dunse herberg, die gepleegd werd in de winter van 1758 is alsnog opgelost. Een van de redenen is wellicht dat de zaak voor de schepenen van Den Bosch en niet voor die van Hilvarenbeek berecht werd. In het Bossche stadsarchief kwam ik in de Vonnisboeken de vermelding van Dun tegen.
Joseph de Vriese was de leider van de Vlaamse bende; dat blijkt ook wel uit zijn bijnaam Capitein van hondert gauwdieven. Ook werd hij wel Callotte of Prins Carel genoemd. De mooiste bijnaam voor deze schurk vind ik wel de Verlopen Student. Hij werd in 1732 in het Westvlaamse Wingswalme geboren. In oktober 1765 werd hij gearresteerd en in Den Bosch flink aan te tand gevoeld. Daardoor wist hij erg snel, buyten pyn en banden van yser, al zijn misdaden op te biechten. Voordat men overging tot de overval in Esbeek, had men in Brabant en Limburg reeds een spoor van inbraken, vernielingen, verkrachtingen, afpersingen en moord en doodslag achtergelaten.

De bende waarmee De Vriese optrok bestond vooral uit de volgende figuren: Henrik alias Cadixke, Blonten Nol, Arike van Turnhout, Jacobus Pecret en Jan alias Stientjes Jan. Deze laatste werd ook wel Lampescherf genoemd; hij sloeg meestal bij vertrek de lamp aan stukken.
In de winter van 1757 werd op een avond in de grensstreek pardoes een huis binnen gevallen door een openstaande deur, terwijl de mensen zaten te eten. Onze hoofdverdachte drong de kamer binnen en met een pistool op de borst werden alle huisgenoten gebonden en gekneveld.
Arike van Turnhout wist even later een geschikte herberg in Esbeek om wederom toe te slaan. In gezelschap van Blonten Nol, Cadixke, Jacobus Pecret, Lampescherf en Joseph de Vriese kwam men op donderdagavond 12 januari 1758 de herberg in de bocht aan de Dunse Dijk binnen. Nadat ze zich geruime tijd in den haart hadden nedergezet en een paar kannen bier hadden laten tappen, kwam zoon Peter van de Sande opdagen. Die werd met een stok afgeranseld terwijl de vrouw met een pistool op afstand werd gehouden.

Nadat de dienstmeid ontvlucht was, wist opa Jan van de Sande ook via het venster de stramme benen te nemen. Dat zou hem noodlottig worden, want hij werd op de dijk met verscheidene messteken en een houw op het voorste been van het hoofd dodelijk verwond. Snel stalen ze wat spullen en sloegen op de vlucht, nadat bandiet ‘Lampescherf’ het ligt uytgesmeten had.
Gedurende elf jaar wist deze bende ongestoord haar wandaden voort te zetten. Tussen 1754 en 1765 pleegde men zelfs meer dan 75 roofovervallen. Op 13 december 1766 werd Jan de Vriese levendig geradbraakt, het hooft met een byl afgehouwen en op een pin gezet … richting Bossche Broek.

Vergelijkbare berichten