Chirurgijn en dokter verbinden Beekse vorster in 1691
Sinds 1660 mochten er in Beek eigenlijk alleen maar uit de ‘ware religie’ presidenten van de schepenbank worden aangesteld. Maar bij gebrek aan bekwame gereformeerden moest men aanvankelijk kiezen uit de onpartydighste ende geschicktste Paus gesinde. In 1698 werd de eerste protestant voorzitter van de Beekse schepenbank. Het was de ´Ritmeester van Brecht de Dongelberge in dienst van sijne Conincklijcke Majesteyt van Groot Britagnie in Engelant’. Deze Hendrik van Brecht woonde sinds 1682 op kasteel Groenendaal. In 1691 monsterde hij op zijn kasteel enkele Bekenaren om enige jaren als ruiter in zijn compagnie te dienen. Dat waren de schoenmaker Gijsbrecht van der Flaest, de kleermaker Michiel Adriaen Vincent en tot slot Anthony Pellen. Deze stamde uit een familie, die rond 1690 aan de oostkant van de Markt in het Rad van Avonturen woonde op de hoek van het oude Kerkhof en de oude Schoolstraat (later dr. Ruhe). Behalve zijn vader Marten werden hij en nog twee broers vorster (politiebeambte) in Hilvarenbeek. Peter Pellen was rond 1650 de eerste gereformeerde schoolmeester en koster in Diessen en hij woonde aldaar op de Oude Pastorie.
Op de avond van 9 maart 1691 stond de ruiter Anthony Pellen rond half negen voor de herberg van Hendrick Cuylmans syn waeter te maecken. De kastelein had voor hem een pot bier getapt, waarna hij plots de herberg verliet. Samen met twee andere ruiters, Aert Bosmans en Michiel Vincent, staken zij de weg over en zagen voor de winkel van Steven de Hont in de Gelderstraat enkele buren met elkaar staan praten. Dat waren Cornelis Laureys van Roy den Ouden en de buren Steven de Hont en Dirrick Mollen met diens beide zonen.
Pellen beet De Hont toe: “Kom Steven willen wij onze rekening nu eens effen maken”? Steven antwoordde: Ick heb geen questie met U ofte ick heb U noyt gemoveert! Pellen wachtte niet verder af en gaf hem een slagh met sijn hant ofte vuyst in syn aengesight. Meteen daarna trok hij zijn ‘degen of houwer’ en hakte en sloeg met groot geweld in op het slachtoffer, dat zijn winkel binnen vluchtte. Binnen was ook de zoon Henricus aanwezig waarna opnieuw een steekpartij ontstond. Uiteindelijk waren er drie gewonde slachtoffers.
De aanstoker Anthony Pellen werd binnengebracht in het huis van Dirrick Mollen terwijl hij schreeuwde: Ick sal se morgen altemael doot schieten off de duyvel sal mij haelen. De opgetrommelde Beekse chirurgijn Adriaen Hanegraef, hij woonde in de Oiievaarsnest aan de zuidkant van de Markt, deed alsof zijn neus bloedde en legde een lap op zijn kop.
Daarna kon hij samen met dokter Glavimans vader en zoon De Hont in hun winkel in de Gelderstraat visiteren en hun zware kwetsuren verzorgen, terwijl buiten het dienstmaatje van Pellen stond te schreeuwen: “De duyvel moet my haelen maar voor morgen acht uyren sal hier een lijck sijn”!
De winkelier De Hont had een wonde opt voorhooft penetrerende tot op het beckeneel neffens de sutuere sagittael. Zijn zoon had behalve eenen cap op het os frontien penetrerende door het cranium een wond op zijn rug en zijn schouderblad. Wellicht heeft hier in maart 1691 iemand anders in de Beekse Gelderstraat even ‘avontuurlijk’ … op de winkel moeten passen!