De eerste ‘Beekse Omloop’ van 6 september 1953

Onder het wakend oog van de politieagent Helmonds wint Pieter de Jongh in 1953

Op woensdag 25 april jl. vergezelde ik oud-renner Cees Paymans naar een boekpresentatie in Zundert. Onderwerp was het wielrennen in de jaren ´50 en uiteraard sierden foto´s van Woutje Wagtmans en Wim van Est de kaft van het boek. Twaalf zeer krasse knarren mochten op het podium hun verslag doen en hun gehele wielerleven open en bloot op tafel leggen. Vele zwart-wit filmpjes werden vertoond en talloze prachtige foto’s vormden de aanleiding tot leuke verhalen. Maar in de pauze was ik naarstig op zoek naar iets anders. Ik was niet uit op een handtekening, maar ik zocht reeds lang naar enkele oude foto’s van de eerste ‘Beekse Omloop’ in 1953. Cees Paymans attendeerde mij op de sportieve Pieter de Jongh, een rijzige gestalte van 85 jaar, wiens onderlinge fanatieke supporters vroeger zeker geen vrienden waren! Spontaan en erg vriendelijk sprak hij me toe: “Ik kan me nog zeer goed die ‘Beekse Omloop’ herinneren. Bonkige kasseien waren toen heel gewoon in die wedstrijden. Ik stuur je enkele foto’s”.

Burgemeester Meuwese keek eind juli 1953 hoopvol uit naar de start in de Gelderstraat tegenover het postkantoor. Hij sprak de hoop uit dat er nog vele Beekse ronden zouden volgen. En daarin had hij deels gelijk, want deze inmiddels ‘befaamde wedstrijd op een zwaar parcours’ werd tot en met 1959 georganiseerd. Deze koers, een rondje door Beek dan naar Esbeek met daar een lus en weer terug, deed niet onder voor de ‘Acht van Chaam’. Bij de amateurs stonden 85 renners aan het vertrek, waaronder Piet Damen uit Lieshout. De meest kleurrijke was Bredanaar Toon Verstaeten alias de Kambal. Ingewijden vertelden mij dat hij het ‘proefkonijn’ van Woutje Wagtmans was. Wanneer een ‘kampioenrenner’ onderweg iets weggooide, moest de Kambal het voor Woutje uittesten. De amateur Pieter de Jongh was die dag de sterkste. Duizenden toeschouwers langs het bijna 10 km parcours juichten de renner uit Made luidruchtig toe.

Spoedig viel het gehele peloton in verschillende groepen uit elkaar. Na 40 km plaatste De Jongh een scherpe demarrage en sloeg een gat van 500 meter. Paymans vertelde later dat de krachtpatser wel enigszins werd gesteund door een autobus, die de achtervolgers ophield! De huidige Bekenaar Paymans, hij had in dat jaar al tien wedstrijden gewonnen, werd in zijn ‘rood-wit-blauwe trui met nummer 0’ derde. In 1955 kwam hij terug om weer derde te worden. De Jongh won ook de uitgave in 1954 en in 1955 finishte hij achter Leo van de Pluym als tweede. Als beroepsrenner nam Pieter drie keer deel aan de Tour de France. In 1958 hielp hij zijn kopman en klimgeit Charly Gaul van de NeLux-ploeg ‘met afstand’ aan de overwinning in de Tour. De echte krachtpatser in Beek in 1953 was echter de politieagent Helmonds, die in zijn eentje alle toeschouwers … ruim op afstand hield!