De Fransen plunderen in Beek in augustus 1794

De weduwe van Pieter Bouwens werd in 1794 op Groenendaal flink beroofd door de Fransen

Toen de Fransen in augustus 1794 de Bekenaren met hun inval compleet overrompeld hadden bedroegen de totale oorlogskosten na afloop ruim 15.400 gulden. Alle ingezetenen konden hun onkosten schriftelijk indienen bij het bestuur. Die zou alles weer gaan verhalen bij de Republiek. Liefst 108 rekeningen kwamen binnen. De weduwe Adriaan van de Wijngaarden van de Tulderhoeve sloot de rij met een schade van f 128-16-5. Opmerkelijk was haar voorraad kalfs en schaapen huyden bereid als trommelsvellen! Adriana Vijgen miste door de Fransen troepen 10 berken, 400 boonstaken en 1000 ‘mustert’. Bij Peter Adriaan van Trier had de ‘Franse Armee’ een rok en cammesool, een tafellaken, een zeyde das en een calff out agt weke meegenomen. De kinderen van Servaas Ansems die op Roovert woonden, beurden door de ‘krijgsvolkeren met deezen oorlog’ 205 gulden. Aan de Bekenaar Cornelis van Heusden was wegens de ellende van de oorlog in het jaar 1794 voor 67 gulden aan schade toegebracht. Hiertoe behoorden rogge stroo en takke bossche. Bij Jan Anthony Timmermans namen de Fransen twee bijenstokken mee, ter waarde van 8 gulden. Dirk van den Nieuwenhuijsen werd 3 gulden, 1 stuiver en een ‘halve bouwmans knegt’ afhandig gemaakt.

Cornelis van Corven bracht 63 gulden in rekening, bestaande uit fruijt en ander hofgoed en zoovorts andere schare die te velde waare. Francis van Heyst had men zowat letterlijk uitgekleed. Hij miste een hemd, een rok, een hemdrok, een broek en een paar kousen. Misschien kon hij beter steun gaan zoeken bij de weduwe Huybert Wijten. Zij miste ook het een en ander:

– een syde falie
– een syde neusdoek
– een witte iack

– een geborduerde voorschoot
– een witte neusdoek
– een slemme rock

– een syde voorschoot
– twee servetten
– een sitsse rock met voeder daer in.

Anselmus Fabrie verklaarde dat bij hem bakweyt, gruen, erepels en haut gestolen was. Nicolaas de Leeuw was echt afgespannen, want hij miste een ligt en een paer hagte! Bij Peter Schellekens ging men met 4 hoenders en een stuk linnen van 30 ellen aan de haal. Adriaan Peter Damen miste voor 10 gulden aan booter, roome en mulk. Johannes Tuurlings was 62 gulden kwijt geraakt met het inrukken van het groot Leger der Fransche Republicq. De schoenmaker Hendrikus Tuurlings leverde 15 paar schoenen. De Fransen hielpen hem zelfs mee lappen! Hij noteerde dat sij self mede gewerkt hebben en hij daar wel aan verdiend heb! Jan Michiel Evers was door de rampzalige oorlog van alles kwijtgeraakt met een geschatte waarde van 46 gulden:

– twee hondert steen geschut stroy
– drie vat rog
– broet, booter en roomen

– twee hondert schob stroy
– eenen niewen voorschoot
– boonen en savoyen

– tien busselle latte
– roomboter en kapmesse
– erten, betrassen, wortelle.

Bij Martinus van de Ven logeerde een musikant die hem gekost heeft 6 gulden! De Joodse inwoner Liefman Mosis leverde gedurende de ‘overheersching door de fransche’ wat vlees: een schaap, een schaape bout, 15 pond runs vlees, 12 pond kalfs vlees en 1 stuk gedroogd vlijs!
De smid Jan de Vet werd een paard ontnomen ter waarde van 21 gulden. Erger voor hem was dat hij zijn ‘smits gereedschap’ moest missen. Dat gold ook voor eyzer, staal en steenkolen als gemaakte hoefijzers. Maria Servaas van Wijk moest haar ‘hoofdpeuling en slaaplaken’ missen! Bij Willem Damen werd 350 pond ‘Spaanse Zeep’ mee genomen. Bovendien wist men daar nog een keyneke groene seep op de kop te tikken ter waarde van 10 gulden. Bij Jacobus van Dijk te Dun werd voor 10 gulden aan boekwijt op zijn akker weggehaald. Op datzelfde gehucht werd bij
de herbergier Jacobus van de Sanden aan de pas aangelegde Dunsedijk veel schade geleden in huis: bier en snevel, ketel en pinten en kannen en vet, boeter, keys en soeten moelke.
Margriet Berkhout spande echt de kroon. Zij beurde aan schadevergoeding liefst 4865 gulden. De woning had een strop van 1000 gulden opgelopen. Men nam voor 400 gulden aan wijn en brandewijn mee. Ook een dubbelloops geweer had men niet laten staan, evenals het rijtuig met het getuig. De hoogkar die ook mee genomen werd wist men goed te vullen met gestolen goederen. Maar kon zij als de weduwe van Pieter Bouwens, bewoner van kasteel Groenendaal, ook niet haar … eigen last dragen?

Vergelijkbare berichten