Diessense toren in 1749 in gebruik als gevangenis
Momenteel ziet de Diessense kerk er erg mooi uit. Maar dat is niet altijd zo geweest. In 1794 werd er binnen een groote partheye strooy publiek verkocht. Het waren de restanten van ‘strooien onderkomens’ die het Franse invasieleger gebouwd had in de heide tussen Diessen en de Biest. In de Beekse kerk werden enkele dagen eerder nog alle kerkbanken gesloopt en vertimmerd tot ‘kribben’ voor de vele paarden van het Franse leger. In de Beekse kerk werd in 1795 zelfs een publieke verkoping gehouden van 23 hoopen paardenmest. Onder de kopers bevonden zich dominee Van Heusden, kerkmeester Jan Tasset en pastoor Tabbers! Het leek wel of men in Diessen de Fransen voelde aankomen. Immers in juni 1794 werd een nieuw hekke aan het kerkhoff gemaakt. Het houten hekwerk van zware ribben kwam in de reeds bestaande muur rondom het kerkhof. Het was de voorloper van het huidige ijzeren hekwerk. Deze Fransen zorgden er overigens uiteindelijk voor dat de Diessense kerk enkele jaren later weer in katholieke handen zou komen.
Wereldlijke activiteiten waren in de toren, en vaak in de kerk zelf, heel gewoon. Ladders, brandemmers en -slangen werden in het gebouw opgeslagen. In de Beekse toren bewaarde men naast het materiaal voor het schavot voor de dood- en lijfstraffen, de dorpscomme; de kist met belangrijke stukken van de Heerlijkheid. In Diessen was dat de eenvoudige dorpsadministratie. Het was bovendien een uitstekende uitkijktoren bij naderend gevaar en het enige stenen gebouw waar men kon schuilen.
Chirurgijn Hanegraef had in maart 1696 het dode lichaam van Claes Leemans op het kerkhof opgegraven en onder in de toren onderzocht: den buyck ende borst seer blauw gecauseert door stooten. In 1742 werd de zwaar gewonde Joost Peters uit Tilburg de Beekse toren ingedragen.
Jacobus Otten uit Diessen kreeg vaak last van de ‘vallende ziekte’. Het werd echter steeds erger en als hij dan zijn kleren uittrok gedroeg hij zich als een onweys mensch. Op 24 november 1749 werd hij in de Diessense toren opgesloten. Zijn bewakers hadden zich overigens ook danig misdragen. Behalve dat ze vuurtje gestookt hadden, hadden ze de nieuwe leren stoel van de predikant uit de kerk gehaald en die gebruikt tot bespottinge van den waare gereformeerde godsdienst.
Diessenaar Dirck Corstens kreeg in 1567 een niet alledaagse straf. Hij mocht de kerk niet in: alleen via de deure achterwaerts. Een jaar lang mocht hij ook niet in de Kerkstraat komen en moest hij de naaste vrienden van zijn slachtoffer op straat en in de herbergen mijden. Op deze manier wisten de nabestaanden van Peter Stevens en de dader zich te verzoenen. ’s Maandags met Beek kermis had hij Peter bij de Cruysberch inde prochie van Diessen tijdens een handgemeen immers doodgeslagen. Blijkbaar rommelde het vroeger op Beek kermis even hard als … in de Diessense kerk!