Emigratie in 1863 vanuit de Tulderhoeve naar Wisconsin

Vanaf 1840 kwam er een enorme emigratiegolf naar Amerika op gang. Het ‘nieuwe land’ lonkte en tussen 1840 en 1940 zijn een kwart miljoen Nederlanders naar Noord-Amerika vertrokken. Bijna elke Nederlander heeft nu wel ergens een ver familielid in Amerika. Petronella Weygerde, opgegroeid op de Esbeekse Tulderhoeve, stierf op 30 augustus 1872 in Little Chute in Wisconsin. Tot in de achttiende eeuw was het gebied in Franse handen en die gaven het de naam ‘La Chute’ vanwege een waterval in de Fox River. Later werd het Engels gebied en op 29 mei 1848 werd Wisconsin, afgeleid van het Indiaanse woord dat ‘plaats waar wij wonen’ betekende, de dertigste staat van de Verenigde Staten.
Het gezin Van Handel verhuisde in 1822 vanuit Gemert naar Hilvarenbeek en ging wonen op de pachtboerderij die bij kasteel Groenendaal stond. In hetzelfde jaar, op 23 juni, trouwde de oudste dochter Anna Maria met Jan van de Laar. Hij was ook afkomstig uit Gemert en was aldaar op 30 juni 1786 gedoopt. Deze 38 jarige bruidegom, hij had zijn priester studie niet afgemaakt, was de bet-overgrootvader van mijn moeder. Anna en Jan gingen boeren op een van de drie pachtboerderijen van Tulder. Eigenaar Adriaen Weygerde woonde zelf op de grote Tulderhoeve en geheel Tulder was in zijn bezit. Voorheen was het eeuwenlang eigendom geweest van de Norbertijnen uit Averbode.
De tweede oudste broer van Anna kwam blijkbaar ook geregeld op de Tulderhoeve en had wel een oogje op de dochter van Adriaen Weygerde. Op 28 jarige leeftijd trouwde Johannes van Handel met Petronella Weygerde in de Beekse kerk. Het was 21 november 1830.
Met zes kinderen vertrok het gezin op 15 april 1863 naar Wisconsin. Vanaf New York ging de reis gedeeltelijk met de trein, waarna per boot Buffalo werd bereikt. Met een stoomboot stak men de Great Lakes over. Daarna werd de reis van 30 miles per ossenkar vanaf Green Bay voortgezet tot Little Chute. De kinderen die meegingen heetten: Adriaan, Francisca, Arnoldus, Johanna, Matthijs en Godefridus. In Amerika huwden zij Hollandse emigranten: Verkuylen, Van Hoof, Glaudemans en Everts. Esbeekse Petronella Weygerde stierf in 1872 en werd aldaar op het ‘puur Hollandse kerkhof’ begraven.
De Dominicaan pater Theodorus van den Broek was al sinds 1834 missiewerk aan het verrichten onder de plaatselijke Indianen aan de genoemde Fox River. Het waren de Menominee Indianen die de pater aan zich wist te binden. Hij bouwde voor hen een kerkje en zelfs een schooltje. Zij hielden zich in leven met jagen, vissen en het oogsten van wilde rijst. Toen pater Van den Broek zijn Indiaanse parochianen verloor, omdat zij door de overheid werden gedwongen te vertrekken, in 1854 kregen ze definitief een reservaat in het noorden, bedacht hij slim een manier om de lege kerkbanken … vanuit Brabant weer te vullen!