Hardhandig de meiboom planten in 1777 op de Westerwijk
Op donderdag 1 mei 1777 hadden een aantal jongelieden een meiboom geplant voor de herberg van Jan Willem Jansen, gelegen aan ‘het gemeyntje’ van de herberg aan de Grote Westerwijk. Een meiboom was een versierde paal of boom. Dit zeer oude gebruik was een vruchtbaarheidsrite. Aan het begin van de zomer werd de natuur gehuldigd, hetgeen zou leiden tot vruchtbaarheid voor akkers, vee en mensen. De boom werd meestal geplant op het gemeyntje voor de herberg. Op zondag 4 mei kwam een hele groep jonge mannen de meiboom in de herberg vieren. Sommigen kwamen kort na de middag en de laatste vertrok om negen uur ’s avonds. Behalve een Diessenaar en twee Tilburgers waren het vooral ‘Bikse’.
Vroeg in de avond, tussen ligt ende donkeren toen de lamp nog niet aan was, waren er behoorlijk wat woorden geweest tussen de herbergier Jan Willem Jansen en zijn zoon Peter. De 53 jarige Arnoud van Esch getuigde dat Cornelis Evers de persoon van Peter Jansen, zijn eigen neef en buurman, de herberg uit wilde hebben, omdat hij ruzie met zijn ouders gemaakt zou hebben! Die wist hem buiten te werken en toen ze samen buiten de herberg waren, hoorde hij Cornelis Evers roepen: Och … daar krijg ik een steek. Peter Jansen was meteen gevlucht en Van Esch had een bloot mes gevonden dat hij in de herberg bracht.
Willemijn Jansen, weduwe van wijlen Michiel Evers den Oude en moeder van het slachtoffer, had gezien dat haar zoon het huis uitkwam en dat hij bloeiende waar. Ze begon meteen te krijsen en te gillen, maar haar zoon Cornelis zei: Moeder schreit niet. Ik heb het onnozel gekregen!
De volgende dag kwamen Johannes en Maria, broer en zus van de dader, bij de Diessense boer aankloppen, alwaar de dader knecht was. Zij vertelden hem dat hun broer Peter meteen weg moest. Met de woorden … Sa Peter, komt maar aan. Doe lelijkkest. Hoe doet gij ons zoo een verdriet aan … vertrokken ze alle drie. Peter zocht onderdak in een herberg in Weelde. Toen vader en zoon elkaar daar later in de kamer troffen begonnen beiden hevig te krijten!
’s Middags kwamen twee Beekse schepenen met de ‘medicine doctor’ Petrus Franciscus Roeykens en mr. chirurgijn Sebastiaan Rijken op bezoek in het woonhuis van de weduwe Michiel Evers aan de Grote Westerwijk. Het zwaargewonde slachtoffer werd gevisiteerd en verbonden: een wond of steek op de rechterkant van de borst omtrent de zesde ware ribbe de welk penetrerende was tot in de caviteyt der borst. Het bleek een krachtige steek geweest te zijn, want de rib was overdwars doorgesneden door de membra pleura! Twee uur later overleed Cornelis Evers. De herberg ‘Veur in achter uit’ legde met de aanleg van het viaduct trouwens … ook het loodje.