Kinderen van gedetineerden in Beek aanbesteed in 1725

Op 28 mei 1725 bracht Paulus Rector, ‘Dienaar van de Roode Roede’ uit Poppel, twee mans-, twee vrouwspersonen en drie kinderen voor het Beekse gerecht. In het bijzijn van Anthony van Mechelen en zijn zoon, de knecht Jan van Ackerveeken en Jan Rietberghs uit Ael had hij de bewuste personen in Riel, dat resorteerde onder de Dingbank van Hilvarenbeek, op het Aarschots Hoefke gearresteerd. Zij droegen verboden wapens bij zich: een sackpistool geladen sodanig dat sij de cogel van boven uijtsagen een kruythoorn daer kruyt in is en eenigh swavel.
Verder bezaten zij nog wat gestolen spullen: ‘stukken wollen laken, een hemd, een schoenmakers leest, een mes, twee scheermessen, een zijden kap, een flenie rijszak en twee gouden ringen’. Blijkbaar had men, zij behoorden allen tot de ‘zogenaamde heidens’, een gedeelte daarvan in Poppel gestolen.
Enkele dagen eerder hadden de twee vrouwen op vrijdag 25 mei al ingebroken in Beek bij Cornelis Hendrik Lemans. Daar hadden ze een laecken broek met enigh gelt en een gestreepte neusdoeck gestolen. Vervolgens had men in de herberg van Anthony van Mechelen op Roovert veel verteerd en enkele gestolen spullen had men als ‘onderpand’ afgegeven. Ook hadden de twee mannen in Poppel om brood gebedeld en aldaar in de woning van Jacobus van Gestel ingebroken. Daar hadden ze een zijden, een katoenen en een gestreepte baste voorschoot gestolen.
De Beekse drossaard Jacobus Coenraets wist op 4 juni 1725 de vier volwassenen op het raadhuis ‘streng te ondervragen’ en de gepleegde misdaden boven water te krijgen. De gearresteerden die tijdelijk in de Beekse gevangenis verbleven waren Peter van Dorp alias Chafine, zijn huisvrouw Berbel Sophia, de bijzit Madeleen en Johannis Savonis.
Op 12 juni 1725 was het schavot vakkundig op het Marktveld opgericht. Om negen uur ’s morgens moesten twee Beekse ‘rotten’ uit de kern bestaande uit 50 met geladen snaphanen bewapende mannen de wacht houden. De andere Beekse haardgangen leverden samen 96 man. Diessen zorgde voor 30 man, Riel voor 12 en Westelbeers had 8 bewapende mannen opgetrommeld. Zo’n terechtstelling trok honderden toeschouwers. Meester Jan Cale uit Den Bosch was de scherprechter die voor 100 gulden de twee mannen had opgehangen aan de galg. De twee veroordeelde vrouwen werden met een koorde aan een paal geworgt.
Een dag later werden de drie kinderen publiek aanbesteed. Thomas van Eynthoven wilde het jongste kind voor een jaar aannemen. Toch moest de schutter de volgende dag de drie kinderen buiten de grenzen van Beek brengen naer de kant van Poppel uyt en aldaer laeten. Men was o zo bang dat de armenkas te veel belast zou worden. Zo’n terechtstelling was ook enorm duur voor de gemeente. De geëxecuteerden hoorden allen tot de ‘bende van de Heidenen’ en ook de kinderen waren geboortig van Duitsland! Had men ze daarom misschien niet beter naar … Esbeek kunnen brengen?