Kroniek van de reeds lang vergeten oude Beekse Bavelt

In de Middeleeuwen stond ten westen van de Veldhoven de Bavelthoeve (‘ba’ = hoog)

In 1358 werd hoeve de Bavelt uitgegeven met een jaarlijkse erfpacht van 18 mud rogge. Henric Beys bezat in 1456 een ‘mansus’ ter plaatse ‘die Bavelt’. Claes Thomas Nyssoen woonde in 1500 op een hoeve opte Bavelt. Op de boerderij de Bavelt werden de studenten Peter en Thomas Baveldus in 1520 en 1535 geboren. Willem Wytman Delien verkocht in 1522 een erf in de Bavelt. Claes Thomas Nijs verkocht in 1523 een hoeve op de Bavelt. Peter Boudewyn Gijsb verpachtte in 1524 een akker in de Bavelt. Claes Thomas Nijs bezat in 1526 een hoeve op de Bavelt. Hendrick Gerit Clercx kocht in 1531 een stuk erf op ‘die Bavelt’. Willem Jan Bonaerts bezat in 1532 de hoeve geheten de Bavelt. Claas Thomas Nijs betaalde pacht uit een hoeve ‘opte Bavelt’. De Beekse cantorij bezat in 1533 de Baveltbeemd ook genaamd de ‘Cleynen Cantor’. Gijsbrecht Henrick Nijs bezat in 1533 een hoeve op de Bavelt. Juet Claes Engelen stierf in 1533 in de hoeve genaamd de Bavelt aan de Veldhoven. Petrus Baveldus promoveerde in 1534 in Leuven tot meester in de vrije kunsten en hij was geboortig van een hoeve ‘opte Bavelt’.

Peter Cornelis van der Mispelen kocht in 1550 een hoeve aan de Bavelt met een weike daar tegenover. Jan Adriaen Jan Goessens bezat in 1551 een hoeve aan de Veldhoven met de akker in de Bavelt. Leonaert Wouter Thielmans was in 1552 eigenaar van een hoeve op de Bavelt. Willem Peter Nouwen kocht in 1552 een hoeve op de Bavelt. Claas Adriaan Woestenborch kocht in 1560 een wei in de Bavelt. Claas Dominicus Gerits bezat in 1568 een beemd in de Bavelt aan de Velthoven. Cornelis van de Broeck, rector van het Sint Joris Altaar in de St. Petrus Kerk, bezat in 1569 hoeve de Bavelt. Mr. Henrick Anthonis Boudewyns liet in 1601 de beemd de Groot Bavelt in de Bavelt na. Bij de voorname huizing de ‘Sonne’ aan het Marktveld van Mathijs Anschem de Crom gehuwd met Mechtelken Mr. Hendrick Boudewijns hoorde in 1601 het perceel de ‘Grote Bavelt’ in de Bavelt. Peter Adriaen Peter Thijs bezat een huis en hof opte Bavelt aan de Veldhoven en Jacob Peter Aerts was in 1607 eigenaar van een stuk land aldaar. Jan Daniel Schoofs had in 1633 een beemd achter het ‘IJzeren Kruys’ in eigendom omtrent de Bavelt. De Beekse schepenen verkochten in 1663 enkele ‘Nieuwe Erven’ in 1663 in de Bavelt ’teynden het Hoog Spul’.

De Beemd in de Bavelt van Huybrecht Matheusen in 1665 werd aangeslagen in de verponding. Ook het Nieuw Erf in de Bavelt van de weduwe van Merten Peter Melis uit de Voort werd in 1665 in het Verpondingsboek genoteerd. In 1694 werd een huis met aanstede, noord lag de oude Decanij, van het onmondige kind van de Heer Antonio van Muggenhoven verkocht. Daarbij hoorde het weiland de ‘Sipt’ of het ‘Wouwerveld’ dat vroeger de Bavelt werd genoemd. Gijsbrecht Adriaan Leenen bezat in 1697 een perceel aan de Bavelt groot 27½ roede oost een ‘Gemeyn Steeg’. Het hier veelvuldig genoemde hoge en zeer vruchtbaar oude landbouwgebiedje ligt ten westen van de Veldhoven en ten zuiden van de Roovertse Dijk. Die liep vroeger daar ook veel zuidelijker met een grote bocht pal langs die ‘hoge Bavelt’. Het Franse leger heeft die Roovertse Dijk in 1795 richting Klein Loo rechtdoor getrokken en het ven ter plaatse droog gelegd. Het vergeten element ‘ba’ betekende vroeger ‘hoog’. We zien dat ook nog terug in de Oostelbeerse ontginning de Baast en in de oude schrijfwijze Bascot. De oudst bekende hoeve in Beek heette Badaf en die lag aan de Biest. Later werd dat het ‘Bossche Geefhuis’ uit 1302, dat ik onlangs wist te localiseren. Zou het iemand banaal vinden als we de naam ‘Oranje-Hoeve’ in de Veldhoven zouden inruilen voor … Bavelthoeve?