Piet de Lang houdt in 1858 een verloskundeboek bij
Vanuit zijn villa Jachtlust aan de Paardenstraat bezocht de Beekse arts Piet de Lang met zijn chique kar veel omringende dorpen en gehuchten om de hoogzwangere vrouwen verloskundig bij te staan: Goirle, Riel, Moergestel, Diessen, Middelbeers, Hoge en Lage Mierde, Esbeek, Reusel en Poppel. Verschillende leden van de doktersfamilie De Lang zijn overigens ook lang actief geweest aan beide zijden van de grens in hun medische praktijkuitoefening. Pas vanaf ongeveer 1900 zijn de geneeskundige praktijken door de grens definitief gescheiden. Dokter Scheidelaar, die vanaf 1884 De Lang was opgevolgd, zag steeds minder Belgen op zijn spreekuur komen. Vanaf 1906 stond dokter Amandus van Baelen in Weelde klaar voor de inwoners van Poppel en Weelde. Naast De Lang was ook Jan de Malte in Beek als arts actief.
Van Piet de Lang bewaren we in het Beekse museum de Dorpsdokter zijn verloskundig journaal waarin hij de meest relevante wetenswaardigheden van 1093 bevallingen beschreef, waaronder 59 in Poppel en 206 in Hilvarenbeek. Goirle spande de kroon met 467 bevallingen. In De Mierden hielp hij 111 keer en in Diessen stond hij 39 keer zijn mannetje. De laatste bevalling deed Piet op 20 oktober 1871 in de boerderij op de Heikant in Baarschot. Daar verloste hij mijn overgrootmoeder Mieke Putters, gehuwd met Kiske Evers, van een tweeling. Hendrikus overleed op 25 oktober en zijn broertje Machiel een dag later.
In totaal stierven er in ‘zijn periode’ 68 baby’s tijdens of kort na de bevalling. Ook als er een totaal mismaakt kind werd geboren, dan beschreef De Lang de afwijkingen exact. De naam van de moeder en de woonplaats schreef hij uiteraard ook op. De kosten van de hulp varieerden van 2 tot 5 gulden naar draagkracht! Als de bevalling heel traag verliep diende de familie enkele guldens meer te betalen.
Alleen Juffrouw Mathilda Huysmans uit Hilvarenbeek hoefde niets af te rekenen toen haar zoon op 14 juli 1869 werd geboren. Maar dat was dan ook zijn eigen vrouw, de zuster van notaris Huysmans. De bevalling verliep verder ‘zeer voorspoedig’. Het aantal tweelingen werd ook genoteerd: acht in totaal. Op 18 september 1866 schreef de Beekse ‘vroeddokter’ verheugd: Drieling-Geboorte. Mevrouw Brouwers uit Hilvarenbeek schonk het leven aan drie gezonde jongens.
Op 27 mei 1864 werd Wilhelmus Otten geboren op de oude hoeve van de Esbeekse Lange Gracht. Het was het derde kind van Johanna Hagen en Adriaan Otten die op 9 februari 1860 gehuwd waren. De Lang noteerde: -omstrengeling om de hals; -moeder en kind zijn wel. Ook schreef hij: spoedige pactus. Dat wil zeggen: snelle bevalling. Nummer 15 uit de reeks, op 3 februari 1858, was de geboorte van de zoon van ‘vrouw van de Borre’ uit Dun. Vlak daarbij tuimelde onze ‘vroedarts’ jaren later in 1884 noodlottig van zijn kar. En dat was hem deze keer zeker … niet goed bevallen!