Politiek gevecht tussen pastoor en burgemeester in 1908
In de laatste vergadering die de Beekse burgemeester Beretta op 15 september 1908 geleid had, had hij de wethouders koeltjes bedankt voor de welwillende medewerking. Die dankbetuiging was zeker niet gericht aan pastoor Jurgens. De geestelijke had vanaf de kansel gepredikt dat men moest stemmen volgens plicht en gevoelen! Zelfs de koetsier van Jurgens had zich ‘met paard en kar’ op het verkiezingspad begeven.
De pastoor, inmiddels uit Esbeek vertrokken en in Beek benoemd, verklaarde botweg dat er in een katholieke gemeente geen plaats was voor een protestant. Het was zijn plicht hiervoor te waken! De bisschop die op de hoogte was gebracht, durfde geen harde uitspraken te doen. De Beekse burgemeester maakte toen de fout van zijn leven. Hij vroeg om onmiddellijke overplaatsing van de pastoor, vanwege zijn optreden, vroeger en nu, zijn heftig en twistig karakter, zijn beletselen voor vrede en rust in deze gemeente!
De pastoor had tijdens de verkiezingscampagne meerdere bedreigingen van slechte gezindheid gevoeld zodat hij bescherming vroeg aan de marechaussee. Zij hielden een oogje in het zeil en bewaakten zijn pastorie. Het werd een persoonlijk gevecht, want de Esbeekse pastoor Van Gils en de Beekse dominee Heenk hadden zich totaal niet met de verkiezingen ingelaten. Bijkomend punt was de wrevel tussen de burgemeester en enkele leden van de raad. Beretta had het smalle klinkerpaadje (7000 steentjes) over de Markt tussen het raadhuis en de kerk laten aanleggen. Men vond dit veel te duur en de raad had te weinig inbreng gehad: geen openheid! Zonder afscheid te nemen was Beretta vertrokken. Ook dat vonden de meeste raadsleden niet gepast. Zijn voorganger Verlinden had bij zijn afscheid de voltallige raad bedankt voor ’30 jaar ambtsvervulling’. Toch was deze burgemeester niet altijd zo’n brave borst geweest. In 1862 had hij onbevoegd de geneeskunde uitgeoefend. En twee jaar eerder werd hij, zijnde secretaris in Beek, in dronken toestand opgepakt, een voorbeeldige opleiding op seminarie Beekvliet ten spijt!
Volgens de burgemeester was Jurgens niet bevreesd voor de ‘geloofskwestie’. Nee … zijn invloed op katholieke raadsleden was groter dan op niet roomse! Nadat de burgemeester met hangende oren het hazenpad gekozen had, bleven de pas gekozen raadsleden Damen, De Kort, Verhoeven, Nooijens, Van Laarhoven en Willekens vertwijfeld achter.
Op dinsdagmiddag 1 december 1908 schreed pastoor Jurgens met fier opgeheven hoofd, beladen met veel marginale roomse boter, diep in de opgestoken kraag van de kerk naar het gemeentehuis over het bekeven klinkerstraatje. De nieuwe burgemeester Johannes Cornelis de Rooy kwam ter hoogte van de linde de pastoor bleekjes, schoorvoetend en angstvallig tegemoet en werd plechtig gefêteerd en geïnstalleerd. Ingewijde Bekenaren en notabelen van elders lichtten uit piëteit niet hun hielen, maar hun hoofddeksel. Zij moeten het schouwspel op hun kromme tenen versteend en kokhalzend hebben aanschouwd. Heeft het klinkerpaadje nog betekenis … tussen kerk en staat?