Ruzie op Mannengasthuis tussen meid en knecht in 1691
Claes Hendrik Damen was geboren aan de Mostaard in Esbeek. Hij werd boerenknecht op het Mannengasthuis of Van Spreeuwel Gasthuis. Soms werd dit ook wel Hanullehuis genoemd. Het was gesticht ten behoeve van oudere mannen die Van Dun of Van Spreeuwel heetten; de stichter uit 1452 was dan ook Jan Dierck van Spreeuwel. In zijn testament had hij laten opnemen dat het op zijn kosten te bouwen ‘gasthuis’ of ‘hospitaal’ bestemd was voor: agt ofte negen arme mannen oudt synde vijf en dartig jaren van wettigen bedde, hunnen sinnen machtig. Hij had het op zijn eigen grond laten bouwen omtrent de wintmolen op den Esbeekschenweg.
De bewoners van het gasthuis waren verplicht elke dag onder andere het graf van Jan achter in de kerk te bezoeken, alwaar zij een Pater Noster moesten bidden voor de zielenheil van deze rijke weldoener. Bovendien moesten zij altijd in het grijs gekleed gaan.
Onze Claes Damen uit Esbeek moest zorgen dat er voldoende brandstof op het Mannengasthuis was. Er waren minimaal twee koeien om te melken en hij had de beschikking over twee paarden om de gronden rondom de hoeve te bewerken. Het was niet altijd vrede op het gasthuis. In mei 1691 had knecht Damen hevige ruzie met Willemijn, een vrouw uit het gasthuis. Zij verweet hem bij Hendrik Staphoek een biestock gestolen te hebben en die bij hem thuis verstopt zou hebben in de haenbalcke. Ook zou hij bij Peter Sebregts, een andere boer waar hij eerst knecht was, enig tin gestolen hebben en in een zak met koren verstopt. Maar Willemijn werd ook verweten een dieffegge te zijn.
Op de avond van 28 oktober 1690 was Willemijn al eerder in de problemen gekomen. Omstreeks 5 uur had de knecht bij Willemijn met een stock op haren arm geslaen in sodaniger voege dat den selven stock door gemelten slach in stucken brack.
Een jaar eerder moesten twee jeugdige knapen getuigenis afleggen van hetgeen ze gezien hadden van een ander gevecht. Op 29 oktober 1690 waren Willem de Brouder en Jenneke van Spreeuwel op het gasthuis een groot aantal eenden aan het drijven en van elkaar aan het scheiden. Het ging niet van ganser harte en het wilde blijkbaar niet erg vlotten, want Willem had Jenneken met een laaye roey geslagen en met eenen voedt geschopt onder deselve Jenneken haer fondament!
Eind jaren ’60 is de middeleeuwse boerderij helaas afgebroken en in feite verplaatst naar de Esbeekseweg waar familie Van Oort nog lang boerde op de pachthoeve van de nog immer bestaande Jan van Spreeuwel Stichting. Een tweede blunder werd gemaakt in 1998 toen het doodlopende straatje Laag Spul in verband met verwarring een andere naam moest krijgen. De beste oplossing was natuurlijk de oorspronkelijke naam: Koekovenstraatje. Helaas werd gekozen voor ‘Gasthuisstraatje’. Ook dit zou op … de schop moeten gaan!