Vervallen huizen in Beek tussen 1729 en 1766

In vroeger eeuwen kwam het vaak voor dat woningen en boerderijen vervielen en totaal onbeheerd achterbleven. De plunderingen van omstreeks 1580 gaven ons dorp een desolaat uiterlijk. Die van de Fransen uit vergelding in 1702 deden daar niet voor onder. Ook de grote dorpsbrand in Beek van 1694 bood de Gelderstraat en de zuidkant van de huidige Vrijthof een troosteloze aanblik. Bovendien duurde het vele jaren voordat de verwoestende sporen van de latere dorpsbrand in 1792 in de Paardenstraat definitief werden uitgewist.
Uit een lijst van 28 juni 1679 blijkt dat er ook huizen in Esbeek waren vervallen, afgebroocken ende vernietight. Eigenaren waren: Elyas Jans de Wijs op de Broeksie, Jan Peter Bruers, Peter Hendrick Vrancken op het Hoogeind, Adriaen Corsten, Wouter Maes, Claes Leenderts op het Spaaneind, Heyliger Princen en Peter Bernarts. De Clapstert van Thomas Schilders op het Spaaneind was evenals haar landerijen geheel vervallen. De lijst van 7 juli 1691 voegde er nog vijf boerderijen aan toe in Esbeek: Willem van Spaendonck, Dirck Princen, Peter Bruurs en Peter van Spreeuwel. De Hertganghoeve van Willem van Laerhoven was onbewoond en werd desolaat achter gelaten.
Onlangs vond ik een ‘Memorie weegens huijsen, die zedert den jaare 1729 sijn weggeraakt tot 1766’. Op de Biest waren de boerderijen van Cornelis Wijten en Adriaan Damen ingestort. In Esbeek waren er twee hoeven afgebrand: die van Hendrik Delien op het Hoogeind en die van Claes Damen. Het huis van Peter de Bie was totaal verloren gegaan. Adriaan van Tulder bouwde zijn woning ook niet meer op. De boerderij van Gerrit Rijkers op de Langegraaft werd niet meer herbouwd. De ‘Armen van Hilvarenbeek’ kocht uiteindelijk de desolate hoeve van Peter Luijkx op het Hoogeind op.
In Beek waren in het gehucht de Vrijtheijt dertien woningen vervallen. Het huis van Lambert Volders aan de Beerte en den Hulsbosch van Jan Goossens waren weg. Ook het huisje van Peter van Maerlant, staande opt Kerckhoff, was compleet afgebrand.
Op de Varkensmarkt was het huis op de Kantereij weg en stond het huis van juffrouw Rijken leeg en onbeheerd, terwijl de woning van Pieter Smilten in de Koestraat vervallen was. Ook het pand van Peter Woestenborg werd niet meer opgebouwd. In de Gelderstraat stond het onbewoonde huis van Sebregt Oprins. Vervallen huizen werden verder gerapporteerd aent Leeg Spul, aende Beerte en aent Slibbroek. De boerderij van Jan Vriens aende Driehuys werd niet meer opgeknapt. In de Westerwijk waren niet minder dan zeven huizen, waaronder dat van Cornelis de Cort en dat van Marten van Outheusden op den Bunt, vervallen en onbewoonbaar. Het belangrijkste gebouw uit heel Beek dat ten onder ging was den Nijpelaar van secretaris Van Andel. Het was geheel omgracht en daarnaast lag voorheen de Decanije. Is op dit voormalige voetbalveld Hilvaria ook niet vaak … ten onder gegaan?