Vier verscholen bruggen over de oude Aa in de Hertgang in 1960

Als je vanaf de brug bij de voormalige Achterste Watermolen op het Moleneind langs de stroom de Hertgang inloopt kun je uiteindelijk tot aan het grenspunt de Koevoirt (=hoge rivierdoorgang) nog een viertal bruggen ontdekken. De eerste, de Hangbrug, is helaas in de jaren ’60 verdwenen. Het was een houten bruggetje opgehangen in gedraaid ijzerdraad. Gaan we verder door het smalle bijna dicht gegroeide paadje, dan komen we bij een hoog gelegen brug: de Hertgangbrug. Die ligt op de grens van Baarschot met Esbeek. Vroeger werd dit zandpad richting Baarschot de Molenstraat genoemd. Die leidde immers naar de Baarschotse Achterste Watermolen op het Moleneind. De laatst genoemd brug werd ook wel Bogenbrug genoemd, omdat die rustte op fraai gemetselde bogen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de brug opgeblazen. Staande op die hoge brug, tussen de Baarschotse en Esbeekse Hertgang, kijk je uit op een groot vierkant weiland, de Deppo genaamd. Dat betekende overigens: drassige, weke bodem. In de jaren ’60 stortte juist in die hoek tijdens de Koude Oorlog een ‘verdwaalde straaljager’ neer en boorde zich compleet de grond in.
Niet ver daar vandaan hield zich tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog een aantal onderduikers schuil, die in het bos een schuilhut gemaakt hadden. Ze werden bevoorraad door Mien Broeders die vanuit de Baarschotse Heikant dwars door de Hertgang naar het kantoor van De Utrecht ging, waar zij werkte bij de toenmalige houtvester Herman Wormgoor. De laatste sporen van die schuilhut werden in de jaren ’50 helaas definitief uitgewist. Het zou alleen maar ‘pottenkijkers’ geven! De volgende brug ligt op een verharde weg (Prins Hendriklaan) die tijdens de ontginning door De Utrecht is aangelegd. De brug heet Poelebrug en is genoemd naar de Beekse bakker Van de Poel, die daar vroeger enkele percelen bos in bezit had. Volgen we het riviertje verder stroomopwaarts dan komen we bij het Akkerbruggetje, gelegen over de Reusel (vroeger Aa geheten), op het oude zandpad van de Lange Gracht naar Dun. Vroeger lagen hier de akkers van de boeren op Dun. De wallen die rondom de percelen werden aangelegd zijn nu nog goed te zien. Op de voormalige hoge akkers werden vooral beuken geplant. De volgende brug ligt op de Dunse Dijk en wordt derhalve ook Dunse Brug genoemd. Dan zijn we echter ook niet meer in de Hertgang maar op Dun, een oud uiteengevallen Leengoed.
Tot 1884 was die Hertgang nog niet bebost. Links en rechts van de rivier lagen de akkers en de beemden van de boeren die verderop op Dun woonden. De burgemeester Martinus Huijsmans uit Hilvarenbeek kocht al die gronden op. Allereerst in 1808 de aloude omgrachte Hertganghoeve, die stamde uit de veertiende eeuw. Zijn kleinzoon, de vermogende Beekse notaris Emile Huijsmans, plantte de gronden op. Hij was een verwoed jager en bouwde ook een mooi jachthuisje vlakbij de genoemde ‘bogenbrug’. Dat werd helaas in de jaren ’60 ook afgebroken. Opgeruimd staat netjes! Op 9 februari 1911 kocht de rentmeester ir. Cornelis Sissingh het gebied van de Hertgang op en voegde het toe aan het reeds bestaande Landgoed De Utrecht. De naam Hertgang bestaat uit twee elementen. Allereerst het achtervoegsel: ‘ganck’. Dat betekende: stromend water. Het eerste deel duidde op ‘eert’ en betekende: smalle streep gronden gelegen langs het water. Misschien voel je je na al dat gewandel en gekronkel ‘euforisch tot stomdronken’ in dat prachtige natuurgebied en is een bezoek aan ‘den Bok’ niet meer nodig en zelfs … een brug te ver!