Zoutsmokkel vanuit Poppel in 1884 op hoogtepunt

In 1873 kregen de bewoners van 'Boerderij Hendriksen' slaande ruzie met de douane

Op 19 april 1839 kwam er een einde aan de Belgische Revolutie en Esbeek kwam weer aan de grens te liggen. Pas op 8 augustus 1843 werd in Maastricht de definitieve grensscheiding overeen gekomen. Een jaar eerder werd aan de flink herstelde Roovertsedijk in herberg de Rook een grenskantoor geopend. Maar in 1846 werd daarbij een nieuwe schuur gebouwd, waar de goederen werden ingeklaard. Ook dat duurde maar even, want nadat de nieuwe weg van Turnhout via Poppel en Goirle naar Tilburg was aangelegd, werd dat grenskantoor naar Goirle verplaatst. De Roovert kon nu voorgoed en vooral zacht inslapen!
Meteen na het uitbreken van de opstand in België kwam de smokkelhandel op gang zodat de eerste commiezen al in 1830 naar Beek kwamen. Het ‘boterde’ niet tussen de Beekse commiezen en een aantal Esbekenaren. De Beekse burgemeester verzocht zelfs om overplaatsing: tot voorkoming van verdere onaangenaamheden en ongelukken op het gehucht Esbeek, welke bewoners uitermate verbitterd op die ambtenaren zijn.

De Esbeekse boeren Gerard en Willem Nooijens, zij woonden in ‘Boerderij Hendriksen’, hadden in 1873 slaande ruzie gekregen. Op de avond van 4 oktober had Gerard zelfs een schot van een vuurwapen door zijn hoofd gekregen! Eerder in 1840 werd een groep smokkelaars bij de Esbeekse Craenmeer betrapt. Ze wisten wel te vluchten, maar hun contrabande (kousen en kerkboeken ter waarde van f 406,80) moesten ze achterlaten.
In 1846 werd Diessenaar Jacobus Martens bij de Tulderhoeve hardhandig beet genomen met een hoeveelheid zachte zeep. Na de gewilde zeep kwam de smokkel van lompen, grondstof voor de papierfabricage, op drift. Maar dan in omgekeerde richting. In 1861 sloegen zeven personen op de vlucht. Ze werden betrapt in Esbeek nabij de Sandheuvel (Slikkenberg) met vijf balen lompen met een totaal gewicht van 124 kilo.

Vanaf 1870 kwam er een enorme zoutsmokkel op gang omdat in België de accijns op zout was afgeschaft. In 1887 deed de douane in Esbeek een vondst van 102 kg zout. Even later vluchtte een smokkelaar in de schuur van Jan van Gool om 22 kg zout te verbergen. Op verschillende Esbeekse plaatsen werden smokkelaars met zout opgepakt: op Dun, op de Langegracht, bij de Tulderhoeve en bij de Leuter. Op 14 augustus 1890 werden aan de Bergen boven de Brake twee mannen met twee zakken ‘geraffineerd zout’ opgespoord. Op dezelfde plaats werd de elf jarige Kees Schoenmakers gepakt met twaalf kg zout. Voor straf werd hij in Alkmaar in een ‘verbeteringshuis’ geplaatst. Onze veertien jarige dorpsgenoot Adriaan de Bruin, die voor zijn vader op pad moest, kreeg voor vijftien kg dezelfde straf. In 1884 werden de kinderen Adriana en Frans Wilborts, tien en elf jaar oud, op de Tuldersedijk gemakkelijk in de kraag gepakt met elk drie kg zout. Toch werden ze niet gestraft! Blijkbaar werd niet op elke slak … zout gelegd.

Vergelijkbare berichten