Zuid-Afrikaanse padvinders in de Hertgang in 1937

De houtvester Herman Wormgoor bedacht eind jaren '30 de naam 'In den Bockenreijder'

Nadat de nieuwe rentmeester Herman Wormgoor in 1932 zich op De Utrecht gevestigd had opende hij allereerst op 2 juli de nieuwe Jeugdherberg “De Hertgang” in de stal van de voormalige oude hoeve van de familie Broeckx op Dun recht tegenover de latere Bockenreijder. Na één seizoen zou die Jeugdherberg echter al weer naar Beek verhuizen. De naam werd wel meegenomen naar het statige pand aan de noordkant van de Markt ten westen van de Protestantse Kerk. De vakantiegangers zouden echter in groten getale, vooral uit Rotterdam, hun tenten blijven komen opzetten op het Esbeekse landgoed. Op dinsdag 10 augustus 1937 arriveerde op het Tilburgse station een extra trein en die dropte niet minder dan 500 verkenners op het perron. De verrassing was nog groter toen bleek dat er zich onder de grote groep Engelse jongelui 55 verkenners uit Zuid-Afrika bevonden. De scouts werden in het Engels verwelkomd door de Tilburgse loco burgemeester mr. H. Scheidelaar. Met 22 bussen maakte men een rondrit door de stad. Daarna zette de stoet zich in beweging in de richting van Hilvarenbeek. Toen men voorbij Esbeek het torentje van De Utrecht, dat met de Engelse vlag was versierd, ontwaarde gingen er vrij snel allerlei juichkreten door de bussen. Rond half twee werd het enorme gezelschap hartelijk verwelkomd door de nieuwbakken Esbeekse houtvester Herman Wormgoor.

Een groep Haagse welpen, die al op het Esbeekse landgoed kampeerde, had hen ook spontaan een groet gebracht. In een mum van tijd hadden de bezoekers zich over het glad gemaaide sportterrein achter Rustoord verspreid en deden zij zich te goed aan de belegde broodjes. Het Landgoed De Utrecht gaf gratis limonade, geserveerd door bedienden van het chique Hotel Suisse uit Tilburg. De Oirschottenaar Lauwers van het St. Sebastiaangilde gaf een mooie demonstratie vendelzwaaien, terwijl Esbeekse en Tilburgse dames de volksdans de ‘Zevensprong’ uitvoerden. Helaas kwam abrupt aan deze dansdemonstratie een einde door een plotseling losbarstend onweer. Gelukkig brak vrij snel de zon weer door zodat de groep een mooie wandeling kon maken in de bossen met de vele houtsoorten. De Engelse padvinders bleken allen uit de industrie provincie Lancashire te komen. Tijdens hun verblijf te ‘Vogelenzang’ hadden zij veel gezongen en ‘getwitterd’ maar eigenlijk bar weinig Nederlandse woorden opgestoken.

Toch wisten zij het woord ‘klompen’, als zij een verdwaalde Esbeekse boer met dit houten schoeisel ontwaarden, op feilloze wijze uit te spreken. Voor de Zuid-Afrikaners was de Bikse taal minder een blok aan het been: hun voorvader Jan van Riebeek, die Kaapkolonie gesticht had, was immers een rasechte Hollander. Na een uitgebreid bezoek aan de Flaes ging de reis verder naar de Hertgang, waar weer de nodige limonade gereed stond. De meanderende Reusel had blijkbaar nog nooit zoveel belangstelling genoten. Hier schenen de Zuid-Afrikaners pas echt in hun element te komen, want staande op de Hertgangbrug in de oude Molenstraat op de grens met Diessen werd het Zuid-Afrikaanse volkslied uit volle borst gezongen. Met een speciale extra trein verliet men met groot enthousiasme het nog ongerepte Brabantse land. Na afloop hoorde men nog veelvuldig dat menigeen vast nog een keertje naar Esbeek en De Utrecht zou komen afzakken. Maar had onze achtenswaardige houtvester, die even later in Oisterwijk benoemd werd tot voorzitter van het Zwart Front, in alle ‘apartheid’ ook niet beter wat … Vlaamse verkenners kunnen uitnodigen?

Vergelijkbare berichten